In een groot aantal organisaties wisten we geld te besparen door desktop pc's te vervangen door zogenaamde thin clients. Niet alleen zijn thin clients goedkoper in aanschaf, ze zijn vooral kostenbesparend als het gaat om beheer (vaak een aantal keer de kosten van de hardware alleen) en bijvoorbeeld de veel lagere elektriciteitskosten. Daarnaast zorgen ze voor minder geluid en voor nog veel minder storingen.

De 'magere client' is in feite niets anders dan een pc waar alles uitgehaald is wat niet nodig is om bijvoorbeeld een terminal server sessie te kunnen 'verwerken'. Er zit daarom niet eens een harddisk of ventilator in een thin client. Dat maakt de gevolgen van diefstal minder ernstig, er wordt geen data mee genomen! De software draait immers 'elders' en de data staat ook elders opgeslagen.

Een uitgeklede pc is niet alleen goedkoper in aanschaf en in electriciteitsverbruik. Hij maakt minder geluid (ontbreekt immers aan draaiende onderdelen) en hij produceert minder warmte, hij is kleiner en, last but not east, behoeft veel minder onderhoud. Omdat er nu eenmaal geen software op de thin client zelf draait, valt er ook maar weinig te updaten of te beheren aan de thin client.

Er draait overigens wel wat aan software op een thin client. Natuurlijk moet een thin client in staat zijn om de server sessies over te kunnen nemen. De beeldschermafhandeling moet daarom goed zijn en het moet over een juiste standaard beschikken om de server sessies over te nemen. Wil men een WIndows Terminal Server gebruiken, dan dient de thin client daarom te beschikken over het zogenaamde RDP protocol en voor Citrix Metaframe sessies is het zogenaamde ICA protocol nodig.

Om zijn dienst te kunnen doen heeft de thin client dus een mini besturingssysteem nodig. Vaak is dat Windows CE of XP embedded, een Linux of FreeBSD variant of een ander mini O.S. Wat er op staat is eigenlijk niet zo belangrijk, als het om de functionaliteit gaat. Met zowat elk systeem kun je namelijk wel alle mogelijke applicatie servers gebruiken. Nou ja, niet zo belangrijk: functioneel gesproken inderdaad niet, maar een op Windows gebaseerde thin client heeft soms de mogelijkheid om Internet Explorer te kunnen gebruiken buiten de terminal server sessie om. Handig, ljkt dit, maar dit heeft wel een belangrijke invloed op de veiligheid en daarmee op de storingsgevoeligheid. Deze apparaten zijn immers gevoelig voor besmettingen en omdat je geen bescherming in de zin van extra software kunt installeren, zijn ze ware tijdbommen in de beveiliging. Om die reden raden wij voor een dergelijk gebruik toch liever een Linux of FreeBSD variant aan met FireFox als browser. Zonder lokale browser zijn de Windows varianten natuurlijk ook prima, mits de automatsiche updates wel uit zijn geschakeld.

Thin Clients bestaan er in verschillende soorten en maten. De Wyse S10, zoals wij die zelf gebruiken, beschikt over een aantal extra USB poorten, maar versies zoals de BOSaNOVA RBT-366 zijn zo klein dat ze gewoon achter op een beeldscherm 'geplakt' kunnen worden. HP zorgt met zijn t5135 voor eenzelfde mogelijkheid. Met een klein montagerek hang je hem 'onzichtbaar' achter je lcd scherm.

'Onze' Wyse S10 beschikt over een OS dat erg veel lijkt op Windows CE, maar in werkelijkheid gebaseerd is op FreeBSD. Hij haalt de netwerkconfiguratie van een FTP server en binnen enkele seconden is hij operationeel. De S10 is erg snel, sneller als de meeste andere thin clients.

Maar let op, er is een keerzijde. Voor hen die zware toepassingen draaien of veel grafische toepassingen gebruiken, is een thick client (=een pc) nog steeds het beste alternatief. Een afgewogen inzet van thin en thick clients is daarom in veel gevallen de beste oplossing voor een organisatie.