In de afgelopen jaren is onderzocht of het Nieuwe Werken echt de bijdrage aan het midden- en kleinbedrijf oplevert. Een bijdrage die vaak aan haar beloofd werd en wordt.

Als de minder file kilometers voor de auto gebruikers in het MKB als maat mag gelden, dan in ieder geval wel. Er werd namelijk een kleine 30% minder in de file gestaan.

Het nieuwe werken is zo nieuw nog niet, stelden we al eerder. In praktijk betekent dit immers gebruik maken van de technologie die het locatie- en tijdonafhankelijk werken mogelijk maken. En deze technologie kunnen we al een relatief lange tijd leveren. Maar het nieuwe werken wordt nog niet per se slimmer werken wanneer we alleen de technologie aan onze medewerkers ter beschikking stellen. Slim werken ontstaat wanneer de organisatie de verandering van het zogenaamde nieuwe werken omzet in betere resultaten.

Wie de nieuwsberichten over dit onderwerp leest en de reclames voor technologie die het nieuwe werken ondersteunen analyseert, komt snel tot de conclusie dat er vaak (en niet zelden alleen) gesproken wordt over de economische schade die de files in Nederland met zich meebrengen. Het nieuwe werken zou daar de uitkomst voor zijn.

Natuurlijk is het probleem van de dagelijkse files er een die we als mkb’ers maar al te goed kennen. En niet alleen omdat we er veel tijd en geld mee verliezen, maar ook omdat dit kan leiden tot een daling van het werkplezier. De Nederlandse Overheid werkt, op haar manier, hard aan de oplossing hiervan, maar we kunnen nog steeds spreken, ook na de lichte daling in 2010, van een aanzienlijk probleem.

Het nieuwe werken omhelst echter meer dan files omzeilen alleen. Het is een platform waar binnen medewerkers van organisaties, en vaak ook klanten en/of leveranciers, met elkaar kunnen samenwerken en kennis kunnen delen. En dat dus locatie- en tijdonafhankelijk.

Het voorkomen van reizen, of op zijn minst de reistijden kunnen verleggen, is daarbij niet belangrijker dan bijvoorbeeld een betere balans in werk en privé kunnen vinden of de kwaliteit en productiviteit van het werk te verhogen.

Uit onderzoek bleek dat tussen de 70% en 80% van de managers en directeuren in het MKB die overgestapt waren op het nieuwe werken, ervaren hebben dat dit nieuwe werken slimmer werken werd doordat ze een betere balans werk-privé kregen, omdat ze kosten zagen dalen en omdat ze een hogere productiviteit bij hun medewerkers constateerden.

Maar waarom ervaart niet iedereen dat? Interessant is te weten dan de onderzoeksgroep, waar hierbij over werd gesproken, begeleid werd met de implementatie van het nieuwe werken. De begeleiding richtte zich daarbij niet zozeer op de technologie, maar vooral op de mensen die leiding gaven. Hebben veel directeuren in het MKB nog de gewoonte ‘arbeidstijd’ en vooral ‘aanwezigheid’ als belangrijke maat voor inzet te beschouwen, het nieuwe werken vereist een andere manier van beoordelen. Het gaat daarbij meer om het resultaat dan om de aanwezigheid. Maar daar ontstaan wel wat praktische problemen bij.

Stel een mkb’er groeit en hij neemt voor het eerst een verkoper in dienst. Wat mag hij daar van verwachten? Als de beste man of vrouw op kantoor dagenlang met papieren zwaait, mailtjes stuurt en telefoontjes pleegt, dan menen we soms, onderbewust, voor de goede persoon te hebben gekozen. Is deze persoon niet direct ‘zichtbaar’, dan wordt dit een ander verhaal. We moeten maar ‘hopen’ dat er wat goeds uit voort komt. Na twee maanden heeft deze verkoper nog niets verkocht, maar in de derde maand komen er twee, weliswaar niet hele grote, maar toch, opdrachten binnen. Is de verkoper succesvol? We hebben er nauwelijks idee van. Wat we wel weten is wat de verkoper doet die op kantoor aanwezig is. Hij smeedt relaties met collega’s, we zien hem druk in de weer. Hij voert het hoogste woord tijdens de lunch, hij straalt zelfverzekerdheid uit.

De verkoper die met het nieuwe werken aan de slag is, is veel minder zichtbaar. Als hij na drie maanden vier opdrachten heeft gescoord, wat betekent dit dan? Heeft hij daar veel voor moeten doen, of juist weinig?

Om het nieuwe werken te gebruiken om slimmer te gaan werken, is dus meer nodig dan wat technologie. Er moet nagedacht worden over hoe je in contact moet blijven, hoe je het beste kunt communiceren en samenwerken op afstand. Er moeten betere, maar ook andere afspraken worden gemaakt en bovenal moet de mkb’er heel goed weten wat hij met zijn onderneming wil. Wie deze richting in slaat heeft veel meer te maken met de begrippen vertrouwen en betrokkenheid dan ooit daarvoor. Er moet zelfs op gestuurd gaan worden.

Wil het nieuwe werken echt een succes voor uw onderneming worden, dan is het zaak om met een partij in gesprek te komen die niet alleen de techniek, maar u vooral ook kan ondersteunen de andere kant van deze manier van werken goed op de rails te krijgen. Pas als u dat gelukt is, wordt het nieuwe werken slimmer werken.