Veel mensen en organisaties maken gebruik van een NAS (Network Attached Storage) of van een fileserver om hun bestanden op te slaan. Maar er is iets wat zich daartussen bevindt, de Windows Storage Server. In sommige opzichten best of both worlds.

Nassen en fileservers

In de praktijk is een NAS een computer waarin zich vooral veel harddiskruimte bevindt en waar met behulp van een minimum aan besturingssysteem die harddiskruimte kan worden aangesproken. Hierdoor heeft de NAS weinig hardware nodig anders dan harddisks en kan de NAS toch relatief snel werken.

Vaak wordt door fabrikanten voor een NAS gekozen voor een besturingssysteem op basis van een Linux variant. Daar zijn goede redenen voor. Het is goedkoop (vaak gratis) en in verhouding tot Microsoft besturingssystemen snel. Maar dit kan ook een aantal nadelen met zich meebrengen zoals dat de NAS niet goed kan communiceren met andere onderdelen binnen het netwerk, zich niet altijd in het Windows domein laat toevoegen, er aparte accounts op moeten worden aangemaakt, een geheel eigen rechtenstructuur kent en ga zo maar door.

Een fileserver is wat dat betreft gemakkelijker, maar bestaat vaak wel uit een volledig opgetuigde machine waar van alles mee kan en daarom ook zwaarder moet zijn. Door zijn vele functies gaat niet alle aandacht naar het opslaan en leveren van bestanden alleen, maar ook naar allerlei andere zaken. Er is meer hardware voor nodig en de software kost ook meer. Prima in een kleinere organisatie waar servers het grootste deel van de tijd toch niets staan te doen. Dan is top apparatuur immers niet nodig, maar wel jammer van de prestaties of het geld wanneer men wat intensiever met bestanden moet werken.

De tussenoplossing

Algemeen wat minder bekend, is dat verschillende leveranciers, waaronder ook Microsoft, een soort ‘in between’ oplossing hiervoor hebben ontwikkeld. De oplossing van Microsoft bestaat al sinds begin jaren 2000. Deze oplossing is te beschouwen als een Microsoft besturingssysteem voor een NAS. Een systeem dat wel goed past binnen een Windows netwerk, maar zich toch hoofdzakelijk op bestandsverwerking richt en daarnaast ook betaalbaar is.

Dit systeem wordt Windows Storage Server genoemd en werkt naadloos samen binnen het domein met een domain controller waar met behulp van Active Directory de autorisatie en rechtentoekenning plaatsvindt terwijl het zich dus toch hoofdzakelijk richt op het beheren van bestanden.

Hoe zit dat precies?

Zoals beschreven hebben veel Windows servers verschillende functies binnen het netwerk waar de functie als fileserver aan wordt toegevoegd. Standaard doen ze al veel en er komt hiermee dus nog een functie bij. Door een Windows Storage Server te gaan gebruiken is dat niet meer nodig. In feite is de Windows Storage Server een onderdeel van bijvoorbeeld Windows Server 2019. Door dit component te isoleren en op een aparte server te plaatsen, zal deze server daardoor als fileserver beter kunnen presteren. De server die vrij wordt gemaakt van zijn fileserver functie kan op dat moment ook meer aandacht geven aan de resterende taken.

Omdat Windows Storage Server een versie van Windows Server is die binnen kleinere organisaties weinig gebruikt wordt, is het wat minder bekend. Het is ook in licentie gegeven aan OEM's zoals Buffalo en Thecus voor hun opslagapparatuur, en wordt in principe niet los geleverd, wat de bekendheid ervan natuurlijk niet doet toenemen. Het wordt dan immers direct geïnstalleerd meegeleverd en hoeft niet apart aangeschaft of geïnstalleerd te worden.

Voordelen

Een belangrijk voordeel van het gebruik van Windows Storage Server voor grotere organisaties is dat het ook gebruikt kan worden door grote groepen gebruikers. We spreken dan over meer dan duizend accounts. Daarnaast worden de gegevens van deze accounts rechtstreeks (en niet gekopieerd) uit Active Directory, waardoor deze omgeving minder configuratieproblemen oplevert en tevens geen synchronisatie problemen tussen eventuele dubbele accounts op de NAS en binnen het netwerk kent.

De ‘work-folders’ functie van de nieuwere Windows servers stelt gebruikers in staat om vanaf elk netwerkapparaat toegang te krijgen tot bestanden binnen dat netwerk. Deze functie verzorgt onder andere het maken van kopieën van bestanden en het synchroniseren daarvan. Binnen een ‘normale’ omgeving worden wijzigingen van deze work-folders iedere 10 minuten verwerkt. Met een Windows Storage Server worden bestandswijzigingen binnen deze work-folders onmiddellijk doorgevoerd waardoor alle bestandswijzigingen steeds gesynchroniseerd zijn. Een behoorlijk voordeel dus.

Ook is het niet onbelangrijk om te vermelden dat voor een gewone Windows Server ieder account een licentie nodig heeft om er mee te mogen werken. Dit wordt een CAL (Client Access License) genoemd. Voor een Windows Storage Server is een CAL niet nodig waardoor het gebruik van een dergelijke server een stuk goedkoper kan uitvallen, zeker daar waar meerdere mensen er gebruik van zullen maken en wanneer meerdere Windows Storage Servers binnen het netwerk worden gebruikt.

Niet alleen bestanden

Windows Storage Server bevat overigens, net als de ‘gewone’ Windows Servers ook de software voor het maken van back-ups en het Defender antiviruspakket. Dat soort zaken zijn dus gewoon geregeld. En naast fileserver functies kent de Windows Storage Server ook functionaliteit om als printserver te kunnen optreden.

Wat voor veel organisaties nog belangrijker zal zijn is dat het ook de mogelijkheid heeft tot de replicatie van gegevens. Hierdoor kun je in verschillende filialen de bestanden op de aanwezige Windows Storage Servers eenvoudig gelijktrekken. Functies die gemakkelijk te activeren zijn omdat deze server daar natuurlijk speciaal voor ontwikkeld is.

De nieuwere versies van Windows Storage Server kunnen overigens ook werken als Hyper-V storage centers, waardoor VM’s op deze machine kunnen worden geplaatst.

Tot slot

Het plaatsen van een NAS op basis van Windows Storage Server binnen een netwerk kan de standaard server aanzienlijk ontlasten en de algehele performance verbeteren. Het is ook vrij eenvoudig te configureren en te beheren. Maar de voordelen worden vaak pas echt zichtbaar bij voldoende gebruikers (meer dan twintig).