Artificial intelligence (kunstmatige intelligentie) is niets anders dan een vorm van intelligentie die door machines wordt gebruikt. Maar is dit wel veilig? Hoe nuttig is het?
Intelligentie zou men kunnen definiëren als het vermogen om doelgericht te handelen, maar daarmee doen we intelligentie te kort. Een mier kan bijvoorbeeld uitermate doelgericht handelen, maar dat wil nog niet zeggen dat hij daarmee over een hoge intelligentie beschikt. Intelligentie heeft immers ook te maken met de mogelijkheid en snelheid van redeneren, het vermogen om te leren uit ervaringen en bijvoorbeeld abstract te kunnen denken. Bij kunstmatige intelligentie gaat het om dit soort vermogens bij machines.
In praktijk komt kunstmatige intelligentie bij machines neer op het maken van machines die zich ‘bewust’ zijn van hun omgeving en daar rekening mee houden zodat zij hun taken zo goed mogelijk kunnen vervullen. Siri en Cortana zijn daar voorbeelden van, maar ook een schaakcomputer of een stofzuiger die zelf de vloer schoon maakt terwijl wij aan het werk zijn en beschikt over het vermogen dat hij ‘merkt’ wanneer wij de deur uit gaan en weer thuiskomen. Hij kan leren van zijn eerdere pogingen om de vloer te reinigen door steeds efficiëntere routes te volgen en hij gaat de accu opladen aan een stopcontact wanneer de spanning te laag wordt op een plek zodat mensen daar weinig last van hebben. In feite spreken we dus van kunstmatige intelligentie wanneer machines functies uitvoeren die wij associëren met gedragingen van intelligente wezens, zoals probleemoplossend handelen en het leren van ervaringen.
Wie naar het voorbeeld van de stofzuiger kijkt, zal moeten toegeven dat kunstmatige intelligentie erg handig kan zijn. Maar er is ook een keerzijde. Er is een groeiend aantal mensen dat kunstmatige intelligentie als een gevaar voor de mensheid beschouwd. Het zou kunnen leiden tot massale werkeloosheid, of erger nog, tot uitroeiing van de mens als soort. Films als The Matrix en Ex Machina spelen hierop in. Is dit onzin? Een aantal organisaties en technisch visionairs menen van wel. Het zal nooit zo ver komen, menen zij. Kunstmatige intelligentie helpt ons, en “that’s it”.
Toch werd de zogenaamde ‘High Level Group on Artificial Intelligence’ in juni dit jaar in het leven geroepen. Dit is een adviesgroep voor de Europese Commissie die zich buigt over onder andere de regelgeving rond kunstmatige intelligentie. Hoewel al honderden toepassingen zijn voorzien van kunstmatige intelligentie, verwacht men dat er nog veel meer toepassingen bij zullen komen en dat deze ook verder zullen evolueren. Door de snelle ontwikkeling op dit gebied worden de kunstmatige intelligentie systemen intelligenter en krijgen ze meer taken en verantwoordelijkheden. Een zelfsturende auto is daar een goed voorbeeld van. De vraag die daarom beantwoord moet worden is de vraag waar wij de grens trekken. Mogen machines bijvoorbeeld beslissingen nemen over wie wel of niet behandeld wordt in een ziekenhuis met een beperkte opname capaciteit? Mag Google zijn kunstmatige intelligentie inzetten voor militaire doeleinden, zoals ze deed tijdens Project Maven? Moeten kunstmatige intelligentie machines altijd worden voorzien van een “off-schakelaar” die geheel los van de kunstmatige intelligentie altijd moet kunnen worden gebruikt? Moeten er regels komen die als uitgangspunten door kunstmatige intelligentie altijd worden opgevolgd, zoals dat mensen nooit mogen worden geschaad?
In het proces van kaizen (continue verbetering) heeft men bij Hitachi in Japan kunstmatige intelligentie als test binnen een aantal van haar magazijnen ingezet. Het systeem analyseert de werkzaamheden van medewerkers en geeft aan hoe deze geoptimaliseerd zouden kunnen worden. De resultaten liegen er niet om: er werd door de inzet van kunstmatige intelligentie een efficiëntieverbetering van een kleine tien procent bereikt.
Maar wordt hiermee niet een grens overschreden? De mensen in het magazijn werken nu in opdracht van deze kunstmatige intelligentie die zich alleen richt op efficiëntie. En waarom zouden dat mensen moeten blijven? Daarvoor zouden machines uiteindelijk ook goedkoper en efficiënter kunnen zijn. Het zou niemand verbazen dat kunstmatige intelligentie dit advies op een gegeven moment zou geven.
Mensen zijn allrounders, voor wie lang genoeg kan wachten zal daarom zien dat specialistische taken nagenoeg altijd beter uitgevoerd kunnen worden door machines voorzien van kunstmatige intelligentie. Medisch specialisten, huisartsen, winkelbediendes, horlogemakers, piloten, en ga zo maar door. En als kunstmatige intelligentie zich ver genoeg ontwikkeld, zijn er dan eigenlijk nog wel zoveel verschillen tussen mensen en kunstmatige intelligentie? Krijgt zij ook recht op bestaan daarom? Mag ze niet meer uitgeschakeld worden? Ontwikkelt kunstmatige intelligentie gevoelens? Heeft ze besef van haar eigen bestaan? Kan kunstmatige intelligentie op den duur dan ook worden mishandeld? Moet zij beschermd worden? Krijgt zij eigen rechten?
Dit zijn moeilijke vraagstukken. Immers, techniek is er voor de mens, de mens niet voor de techniek. Maar moeten we hier niet juist blij mee zijn? Wie wil er dagelijks zwoegen in een magazijn als machines dat voor hem zouden kunnen doen? Liever een laserbehandeling door een machine dan door een oogarts. Dergelijke discussies monden uit in ethische en filosofische vraagstukken. Werk biedt zingeving voor een groot aantal mensen. En werk afnemen betekent niet automatisch dat daar vervangend of beter werk tegenover komt te staan. Nu al zien we dat mensen soms moeite hebben om te gaan met vrijheid waardoor verveling en soms zelfs depressiviteit ontstaan. We hebben dus nog geen goede vervanging voor werk. Wat zou dit betekenen als door kunstmatige intelligentie in de toekomst nog maar weinig of misschien niet meer gewerkt zou hoeven te worden? En wat betekent dit voor het onderwijs en de samenleving?
Kunstmatige intelligentie is een sterk opkomende technologie waarvan we mogen verwachten dat deze zich bijzonder snel zal ontwikkelen. Het kent een groot aantal voordelen, maar er zijn ook nadelen en misschien zelfs wel risico’s aan verbonden. Het lijkt ons daarom goed dat nagedacht wordt over de grens, regelgeving en inzet van kunstmatige intelligentie, en niet alleen vanuit de techniek maar juist ook vanuit de ethiek en filosofie.