Meer en meer verschijnt bewegend beeld naast stilstaand beeld op websites in de vorm van korte filmpjes. Maar werkt dit ook in het voordeel van de website eigenaar? En kun je dit zomaar doen?
Verreweg de meeste serieuze CMS systemen voor websites ondersteunen ook de mogelijkheid om naast afbeeldingen, zoals foto’s, ook videobeelden op websites te vertonen. Dat kan dan door de filmpjes op de eigen website (server) te plaatsen, of filmpjes die geupload zijn naar, en dus via, bijvoorbeeld YouTube te vertonen.
Waarschijnlijk is het goed te beginnen met de vraag of dit laatste eigenlijk wel mag. We krijgen daar namelijk regelmatig vragen over gesteld. In het algemeen geldt de regel dat inline linking, deep linking of hotlinking (allemaal termen om aan te geven dat content wordt vertoond op een bepaalde website maar dat deze content afkomstig is, en dus geplaatst is, op een andere website of server) niet mag, tenzij daar expliciet toestemming voor is gegeven. Dit is een logische regel: er wordt immers gebruik gemaakt van de bandbreedte van een andere server en meestal ook van content van iemand anders waar waarschijnlijk auteursrechten op rusten.
Sommige websites stimuleren echter dat hun omgeving juist gebruikt wordt om te hotlinken. Google Video en YouTube zijn daar voor video beelden goede voorbeelden van. Op deze manier werden zij ooit steeds bekender (en dus ook meer gebruikt en bezocht) en dit was dan ook ooit goed werkende een aandachtstrekker van deze organisaties. Kortom, bij YouTube wil men graag dat een website ontwikkelaar zijn video beelden op YouTube zet en dat deze dan via hun speciaal daartoe vrijgegeven beschikbare code voor website bouwers op de eigen website wordt vertoont.
Overigens is het niet zo moeilijk, mocht dat wenselijk zijn, om hotlinking op de eigen website tegen te gaan. Hiervoor kan het zogenaamde .htaccess bestand in de (sub)host worden aangepast, maar dat gaat wat te ver voor dit artikel.
Terug naar het nut van het online gebruiken van video beelden. Zoals zelfs de hoofdrolspeler Robert Langdon in de Da Vinci Code van Dan Brown aangeeft, zegt een beeld meer dan 1000 woorden. Omdat, en dit in tegenstelling tot enkele jaren geleden, het maken van digitale films veel eenvoudiger is geworden, kunnen we deze beelden ook eenvoudig maken. Voor heel betaalbare prijzen kunnen immers al goede foto en video opnamen worden gemaakt.
Maar toch is dit niet helemaal waar. Zeker, omdat mensen om biologische redenen veel sneller reageren op beelden dan op teksten en nog sneller op bewegende beelden dan stilstaande beelden, lijkt het gebruik van videobeelden slim te zijn. Daarbij komt dat het door de steeds verder toenemende bandbreedte en de verbeterde compressie technieken het voor de hand ligt steeds meer video beelden online te gaan gebruiken. En ook is het waar dat bewegende beelden gemakkelijker en sneller informatie over brengen en dat ze geloofwaardiger zijn dan stilstaande afbeeldingen en teksten. Maar wat net zo waar is gebleken, is ook dat zowel stilstaande als bewegende beelden wel aan een aantal eisen moeten voldoen, willen ze echt goed bekeken worden. En of de eigen maaksels daaraan altijd voldoen, is maar de vraag.
Het is niet alleen de hoogte van het bedrag, waarmee de benodigde apparatuur gekocht moet worden, die de kwaliteit van de video bepaalt, maar vooral de kennis en kundigheid van de filmer. Uit onderzoek weten we bijvoorbeeld dat een slechte technische kwaliteit van foto’s en video beelden (bijvoorbeeld onscherp of weinig kleurecht) leidt tot het veel minder bekijken van de beelden, dan beelden met een hoog contrast, die daarbij kleurrijk zijn en scherp. Wat iedereen verder ook al dacht, is ook zo: Generieke beelden, de typische “echte Amerikaanse” stock foto’s en video footages en rommelige beelden, doen het absoluut niet goed. Ze kunnen zelfs afbreuk doen aan de uitstraling en professionaliteit van de website, en dus de organisatie die zij vertegenwoordigt.
Dus ook voor bewegende beelden geldt wat voor nagenoeg alles op het internet geldt: doe het goed, of laat het liever achterwege. Maar wordt het goed gedaan, dan biedt het zeker een toegevoegde waarde en is het dus het overwegen meer dan waard!