Op 1 juli 2009 wordt het nieuwe Nederlandse spamverbod van kracht. Het is vanaf dan ook verboden ongevraagde en ongewenste e-mail te versturen naar bedrijven.

Het was al verboden spam te sturen aan natuurlijke personen. En in het kader van de poldermodel werd verzocht om het zogenaamde ‘opt-in-regime’ ook voor bedrijven te laten gelden. Maar het bedrijfsleven heeft hiervoor geen acceptabele gedragscode voor op gesteld. Dus is de zelfregulering niet voldoende geweest om dit probleem aan te pakken.

Het vanaf 1 juli wettelijk geregelde betekent in praktijk dat bedrijven geen elektronische reclameboodschappen mogen sturen aan andere bedrijven tenzij deze daar zelf natuurlijk vooraf toestemming voor hebben gegeven. Dit geldt overigens voor heel Europa. In de VS ligt dit anders. Daar is het toegestaan om e-mail te versturen zonder voorafgaande toestemming, als de ontvanger maar een mogelijkheid heeft vervolgverzendingen te voorkomen.

De nieuwe wet heeft gevolgen voor bedrijven die toch nog e-mail willen gebruiken voor marketingdoeleinden. Er moet dus toestemming vooraf zijn gegeven, of deze geadresseerden hebben een bestaande klantrelatie met de verzender. Het bericht moet de identiteit tonen van degene namens wie het bericht is verzonden en het moet een geldig postadres of e-mailadres bevatten waar ontvangers een verzoek toe kunnen richten om dergelijke berichten niet meer te ontvangen.

Alhoewel er een aantal uitzonderingen wordt gehanteerd, betekent dit in de praktijk dat nagenoeg iedereen zich hier aan zal moeten (gaan) houden. Er dreigt een forse boete voor hen die dit niet doen: maximaal 450.000 EUR kan namelijk als boete worden opgelegd. En de OPTA heeft daarbij aangegeven zulks ook te doen, indien nodig. Ze heeft voorts gezegd streng te willen toezien op het naleven van de nieuwe regels.