Voorheen, als iemand een domeinnaam aanvroeg, kreeg hij automatisch het top level domain van het gebied waar hij zich in bevond, bijvoorbeeld .nl of .be, of die van de aard van het domein, zoals .com (commercial) of .gov (government). Dit nu, staat op het punt te veranderen.
De ICANN draagt er zorg voor dat ieder adres op het internet uniek is. Al vanaf 1998 draagt zij zorg voor het naming system op het internet en is daarmee verantwoordelijk voor de zogenaamde top level domains. Zonder de ICANN zou het internet dus niet in deze vorm kunnen bestaan.
De ICANN heeft nu, tijdens een stemming met achttien stemmen voor en drie tegen, besloten dat top level domains, zoals .nl en .com vanaf volgend jaar uitgebreid mogen worden met bijvoorbeeld merknamen. Hierdoor zouden namen met de suffix .pepsi of .lays aangemaakt kunnen worden. Dit kan worden beschouwd als een van de grootste veranderingen op het internet in de naamgeving in meer dan twintig jaar.
Deze verandering biedt nieuwe interessante mogelijkheden, bijvoorbeeld omdat deze mogelijkheid meer garanties zoude kunnen gaan bieden aan internet gebruikers. Grote organisaties, zoals Apple of de ING, hebben veel last gehad van partijen die zich op slinkse wijze uitgeven als deze organisaties. Een url eindigend op .apple, .ing of .abnamro garandeert straks meer zekerheden voor de bezoeker dan dat ze nu hebben met alle varianten die op deze namen te verzinnen zijn met .nl als suffix. Ook plaatsen zoals Amsterdam of Utrecht kunnen een top level domain gaan gebruiken. Denk maar eens aan .paris of .nyc. Algemene termen zoudne ook beschikbaar komen. Denk aan .water of .clothes.
Er zijn ook keerzijdes aan deze toename van top level domains te identificeren. De huidige top level domains hebben een status verworven en die zijn bij veel mensen bekend. Met de komst van straks waarschijnlijk veel nieuwe top level domains wordt dit diffuser. .nl, .be., .com en .fr zijn zaken die we ons kunnen voorstellen, ze hebben geen lading, maar dus wel betekenis. Het zijn daarmee veelal neutrale indicatoren voor gebruikers. Maar .pepsi is dat niet, en zeker niet als er domeinnamen gaan komen zoals www.drink.pepsi of www.ren.met.nike. En wat zegt een domeinnaam als pharmaceuticals.lko of pills.pharma?
Merken die we niet kennen of de afkortingen die men niet kan thuisbrengen, zouden dus kunnen leiden tot verwarring en soms zelfs tot onterecht vertrouwen. Dit in combinatie met mogelijk een niet geheel dichte bescherming tegen potentieel misbruik (criminelen zijn sluw!) kunnen misschien meer problemen opleveren dan ze moeten doen oplossen, maar dat zal zich eerst nog laten aanzien.
Overigens gaat er nog meer gebeuren. Voor het beheer van het .nl top level domain is in Nederland de stichting SIDN opgericht. Deze draagt zorg voor een juist gebruik van dit top level domain, bindt registars aan zich, handhaaft regelgeving, voert technische zaken voor dit domain uit, etc. Als organisaties als Pepsi of Nike dit zelf moeten gaan doen, als eigenaar van een top level domain, dan zullen ze hier niet alleen voor opgeleid moeten worden, maar ook een heel regelement moeten willen opvolgen, wil dit goed blijven gaan. Deze organisaties hebben echter een commercieel belang bij hun top level domain. SIDN heeft dat niet, waardoor ze een objectieve rol inneemt binnen het gebeuren. Dit moet toch gevolgen met zich mee gaan brengen.
Er komen dus grote veranderingen aan. Een mkb’er hoeft zich hier niet al te veel zorgen om te maken: een top level domain krijgen betekent dat er zoveel geïnvesteerd zal moeten worden dat dit voor de gemiddelde mkb’er al snel te veel zal gaan kosten. Er worden bedragen genoemd rond de $185.000 voor alleen al de aanvraag van een eigen top level domain. De mkb’er zal dit dus niet zo snel doen, en zijn concurrenten ook niet. Voor grote, met name internationaal werkende organisaties kan dit echter wel het overdenken waard worden.